Maaien
We maaien speelvelden, gazons, bermen, wadi’s, sloten en vijvers. Wanneer en hoe vaak we dat doen lees je hieronder.
Speelvelden en gazons
Speelvelden en gazons zijn intensief gebruikte grasvelden en worden wekelijks gemaaid.
Extensief maaien voor meer biodiversiteit
Sinds enkele jaren worden veel gazons, wadi’s en bermen minder vaak of niet meer volledig gemaaid. Dat doen we om de biodiversiteit te bevorderen. Velden worden 1 of 2 keer per jaar gemaaid, waarbij soms stroken worden overgeslagen. De randen langs wegen en paden worden wekelijks gemaaid om te voorkomen dat gras over de paden groeit en er genoeg ruimte is om bijvoorbeeld een hond uit te laten. Het maaiafval wordt afgevoerd om de grond te verschralen, waardoor bloemen en kruiden beter kunnen groeien. Dit proces geeft bloemenzaden in de bodem de kans om te ontkiemen, wat soms jaren kan duren.
Wadi's
Wadi's zijn grasvelden met een speciale functie in de opvang van water. Bij een hevige regenbui kan het water zich op deze plek verzamelen en kan het water langzaam wegzakken in de ondergrond. Deze grasvelden worden vier keer per jaar gemaaid en het maaisel wordt afgevoerd. De maaibeurten voor de wadi's vinden plaats in mei, juli, september en november.
Sloten en vijvers
De sloten in het buitengebied worden verdeeld in korfsloten en klepelsloten. Korfsloten worden jaarlijks gemaaid en hierbij wordt het maaisel afgevoerd. De klepelsloten worden één keer in de twee jaar gemaaid. Het maaisel blijft achter in de berm, composteert daar en verrijkt zo de bodem.
Bermen in het buitengebied
De bermen in het buitengebied worden jaarlijks gemaaid in november/december. Het maaisel blijft hierbij liggen. In verband met de verkeersveiligheid wordt de eerste meter langs de weg ook al een keer in mei/juni gemaaid.
Ook op hoeken en kruisingen wordt in verband met de verkeersveiligheid een extra keer in mei/juni gemaaid.
Honden en grasaren
In de zomermaanden moeten hondeneigenaren oppassen voor grasaren (Kruipertje en IJle Dravik), die van mei t/m augustus groeien. De stekelige grasaren kunnen afbreken en in de vacht van de hond blijven hangen en bijvoorbeeld in de neus, oren, ogen, tenen en huidplooien van jouw hond terecht komen. Dit kan zorgen voor ontstekingen.
Grasaren groeien goed door voedselrijke poep, dus het is heel belangrijk hondenpoep op te ruimen. Controleer na elke wandeling op grasaren in de vacht van je hond en verwijder deze met een pincet, of ga naar de dierenarts.
Zie je grasaren staan? Neem zelf een tasje mee en pluk de grasaren weg of meld het bij de gemeente Raalte. Dan komen we langs om het weg te maaien.