Samen in beweging
“Willy, ga je dinsdagochtend mee zwemmen, bij Sportcentrum Tijenraan in Raalte?”
Willy is 68. Ze kreeg enkele maanden terug de diagnose dementie. Het laatste bezoek in het ziekenhuis staat in haar geheugen gegrift. Na verschillende onderzoeken vertelde de behandelend arts dat er Alzheimer eiwitten waren aangetroffen in haar hersenvocht en dat ze verder niets voor haar konden doen. Het leidde uiteraard tot een rollercoaster aan emoties, zowel bij haar als bij haar man en kinderen.
Zelf voelde ze verdriet, onzekerheid en opluchting tegelijk. Verdrietig omdat de ziekte van Alzheimer een voortschrijdende ziekte is. Opgelucht omdat ze er dus niets aan kon doen als ze weer eens iets geks leek te zeggen of te doen. Maar er was ook een gevoel van angst en onzekerheid wat haar overviel, met name voor de reacties van andere mensen. Van mensen uit de buurt bijvoorbeeld, die iets verder van haar af stonden dan haar eigen gezin. Of die paar familieleden die op feestjes altijd al een oordeel klaar hadden. Of wat te denken van het personeel in de supermarkt? Zouden die extra gaan opletten of ze alle boodschappen wel had gescand? Zouden mensen over het algemeen anders met haar omgaan als het alom bekend was dat ze de dementie had? Moest ze het wel vertellen aan ‘de buitenwereld’? Of zou ze het zo lang mogelijk angstvallig voor zich houden in de hoop dat niemand er iets van ging merken.
Maar ja, dan kon je dus maar beter thuis blijven en daar werd je ook geen blijer mens van. “Zwemmen? Dat heb ik altijd heerlijk gevonden, maar al zo lang niet meer gedaan. Ik weet niet eens of ik nog wel een badpak heb haha… Ga jij dan mee?”
“Ja leuk, ik moet eigenlijk werken op dinsdag, maar de eerste keer ga ik graag met je mee het water in. Op dinsdag zijn er zijn er meer deelnemers met dementie en een aantal fantastische vrijwilligers die wekelijks meedoen. Na afloop wordt er samen koffie gedronken, dus als je het leuk vindt kun je vaker gaan.” “Eerst maar eens zien of het wat is”.
“Leuk Willy, dan kom ik je dinsdag thuis oppikken”. “Alleen als ik mijn badpak kan vinden”. Een half uurtje later appt Willy me. Het badpak is gevonden.
Dat bewegen belangrijk is voor zowel lichaam als geest staat buiten kijf. Daarmee houden we de bloeddoorstroming, onder andere in ons brein, goed op gang. En door overdag voldoende actief te zijn slapen we ’s nachts ook beter. We weten allemaal wat een goede nachtrust met onze stemming doet.
Maar die kennis alleen is niet voor iedereen direct een impuls om uit de luie stoel te komen, laat staan echt de deur uit te gaan om te bewegen. Hoe fijn zou het zijn als iemand jou vraagt om mee te gaan sporten? Of je nu wel of geen diagnose hebt, samen bewegen maakt de stap om te gaan een stuk leuker.