Speeches van burgemeester Rob Zuidema
Nieuwjaarsbijeenkomst Raalte 2025
Goedenavond allemaal. Welkom in deze mooie zaal, namens het gemeentebestuur en alle collega’s bij de gemeente Raalte. Mocht het je echt zijn ontgaan toen we elkaar een hand gaven: Rob Zuidema, je nieuwe burgemeester.
We hebben al een week gehad om er iets van te maken, het oude jaar is nu echt achter de rug. Voor een burgemeester is deze bijeenkomst vaak een eerste hoogtepunt in het jaar. Ik mag vandaag terugkijken en vooruit kijken en mijn boodschap delen.
Ik vind het een goede traditie, dat we op pad gaan en met anderen samenkomen, om het jaar in te luiden. Vaak meerdere keren. In de buurt, in de eigen club. En als gemeentebestuur gaan we bijvoorbeeld langs bij de provincie en buurgemeenten.
Vanavond komen we uit alle dorpen en daarbuiten, verzamelen ons hier, in het culturele hart van onze gemeente. Geweldig dat we samen zo’n theater hebben om dit te doen. Iedereen kan zich welkom voelen om het glas te heffen op het nieuwe jaar.Als dorps- en streekgenoten, en daar mag ik mijzelf inmiddels ook toe rekenen. Het is gelukt om een appartement te vinden in het centrum van Raalte.
We beginnen allemaal aan het jaar met wensen en dromen, of juist met zorgen.
Sommigen van ons hebben dierbaren achter moeten laten in 2024 en zijn dat nog aan het verwerken. Laten we naar hen omkijken. Ook na een tijdje nog eens vragen: hoe gaat het nu met je? Want we weten ‘t allemaal: de wereld draait gewoon door.
Zelf heb ik mijn eerste volle jaar voor de boeg als burgemeester. Dit jaar begon ik met een bezoek aan de politie en BOA’s die met oud en nieuw aan het werk moesten. Ik was er nog maar net en de eerste melding kwam al binnen. Een dronken minderjarige die niet meer reageerde. Ambulance personeel en politie gaven eerste hulp en deze jongere ging linea recta naar het ziekenhuis. Alcohol gebruik onder de 18-jaar is een zorg. We kennen allemaal de plekken waar jongeren bijeenkomen, zoals de keten. Alcohol op jonge leeftijd lijkt daarbij gewoon, bijna cultuur.
Even naar de ouders, en dat ben ik zelf ook. Ik vind dat we best kritisch naar onszelf mogen zijn als we redeneren in de trant van ‘dat deden wij vroeger toch ook, je voorkomt toch niet dat ze drinken’. Als je je kind moet opzoeken op de IC omdat hij of zij totaal ‘out’ is gegaan, gewond of erger, dan praat je wel anders.
Verder was het gelukkig relatief rustig. Net als het hele jaar, Raalte is relatief veilig en daar mogen we blij mee zijn. Landelijk en om de hoek in Deventer en Zwolle is het beeld anders. Rustig en veilig zijn dus niet vanzelfsprekend.
Onze manier van oud en nieuw vieren verandert. De druk om te stoppen met vuurwerk neemt toe terwijl dat onderdeel uitmaakt van onze cultuur. Het is de vraag: hoe gaan wij om met veranderingen? Het antwoord is niet simpel, dus daarover wil ik in gesprek.
Ik heb al veel mensen ontmoet, veel verhalen gehoord. Dat heeft mij geïnspireerd. Het was indrukwekkend en soms zórgwekkend. Raalte is natuurlijk geen bubbel. Als het in heel Nederland regent, regent het hier ook. Dus laten we niet naïef zijn. Armoede, jongeren met mentale problemen, mensen met het gevoel dat ze niet mee kunnen doen, ook criminaliteit en ondermijning, het is hier ook.
Ik ben trots op iedereen, professioneel of privé, die mensen helpen met hun problemen. En we werken er hard aan om de samenleving weerbaar te maken. Het is belangrijk om alert te zijn en ons goed te organiseren.
Indrukwekkend is de kracht van samen, hoe je er voor elkaar kunt zijn als het mis gaat bij mensen om je heen. Ik was bij een brand op een boerderij. En direct staat de buurt klaar om te helpen. Vee veilig wegzetten, koffie maken, bewoners opvangen. Noaberschap is geen mythe, het is echt. En dat raakt me.
Tegelijkertijd is de vraag: waar eindigt die comfortabele bubbel van onderlinge saamhorigheid? Is het na de derde of de vierde deur? Zijn mensen met een andere achtergrond ook je noaber? Daar maak ik me zorgen over als ik praat met jongeren op Landstede die Nederlands als tweede taal leren.
We hebben in onze gemeente bijna veertig nationaliteiten naast de Nederlandse. En er komen steeds meer mensen wonen uit allerlei delen van het land. Andere kleur, andere gewoonten, andere tongval. Maar wel allemaal gewone medeburgers in onze lokale samenleving. Met zin in de toekomst, in een mooie opleiding, een eigen bedrijf, een goede baan.
En dan doet het pijn als je geen stageplek krijgt omdat je naam te buitenlands klinkt. Of als je op straat wordt uitgescholden omdat je er anders uitziet. Dan voel je je niet de noaber die je wel zou willen zijn. Terwijl je geen spat minder bent, dan wie dan ook.
Hier hebben we allemaal een verantwoordelijkheid. Om te erkennen, dat afwijzen van het onbekende, nu eenmaal in ons zit. Daar hoef je je niet voor te schamen. Je moet je er wel bewust van zijn en je moet er vooral iets mee dóen. Namelijk vreemdelingen hetzelfde respect geven als mensen die je al kent.
Als ondernemers en werkgevers, als leiders in organisaties, verenigingsmensen, buren, de leraar op school, ook ik, we hebben allemaal de mogelijkheid om die handreiking te doen. En onze verbeeldingskracht te laten werken. Er is meer dat ons verbindt dan wat ons verdeelt.
Hoe mooi zal het zijn als straks de pastoor, de dominee, de burgemeester én de imam samen dorsen om Stöppelhaene te openen. Niet als een stunt, maar als een verrijking van onze traditie. En bevestiging van onze diversiteit.
Het is hier niet perfect. Maar mensen, wat hebben we hier, met onze gemeenschapszin, al een geweldige basis om onze toekomst op te bouwen. Gelukkig maar, want er is een hoop te doen.
Als je wat ouder bent, heb je veel grote veranderingen meegemaakt. Strenge winters met veel ijs en sneeuw, je betaalde tot 2002 met een andere munt, geen euro maar de gulden. En je hebt nu alle comfort in je huis, cv, warm stromend water en internet.
Ik ontmoet stellen die 60 of 65 jaar getrouwd zijn en dat allemaal niet hadden. We wonen in een land op weg naar 19 miljoen mensen, in de jaren negentig waren dat nog 15 miljoen mensen.
En er zijn veel minder gemeenten. Zo kun je zelf zijn geboren in de gemeente Heino, maar staat er nu bij je kinderen Raalte in het paspoort.
Wat er ook verandert, de toekomst klopt continu op onze deur en vraagt ons om ruimte. En om flexibiliteit. De ruimte om ons heen verandert, bijvoorbeeld voor het oplossen van ons woningtekort. Waar we in een recordtempo mee bezig zijn.
We gaan hoe dan ook verder op de weg naar minder fossiel, meer duurzaam. Dat kost ruimte, dat verandert onze omgeving, en dat kost geld. De agrarische sector verandert verder, daar is een gezonde toekomst voor ieder bedrijf ook niet vanzelfsprekend. De uitdaging is om een mooie balans te houden in ons landschap, in onze vriendelijke schaalgrootte, het nieuwe te omarmen en het goede te behouden.
Slimme keuzes maken is niet gemakkelijk. Maar als je er van houdt is het geweldig om stappen te mogen zetten voor de lange lijnen, de lange termijn.
Mijn motivatie is dat we het niet voor onszelf doen, niet voor het nu.
De meeste van ons konden volwassen worden in relatieve welvaart. Veilig, goed te eten, een dak boven ons hoofd, een omgeving waar mensen naar elkaar omkijken, leven in vrijheid. 80 jaar al, dit jaar. Een kwetsbare vrijheid, als je kijkt naar de oorlog zo dichtbij.
Het is aan ons om die welvaart, die veiligheid en die vrijheid te organiseren voor het Raalte van over dertig of veertig jaar. Wij staan aan de lat voor volgende generaties.
En waar het dan mee begint is aandacht. Echte belangstelling. Laten we aan jongeren vragen hoe zij het voor zich zien. Wat is je plan? Waar maak je je zorgen over? En wat zou jij willen bereiken? Vertel het maar. Wat we in elk geval gaan meemaken is groei! Huizen bouwen. Gebieden ontwikkelen. Nieuwe mensen om ons heen. Zichtbare veranderingen.
Meebewegen met verandering is moeilijk. Laten we ons bewust zijn van de neiging om alles te willen houden zoals het is. Dat is heel natuurlijk, dat zit gewoon in ons. Maar als we bij alle ontwikkelingen roepen “niet in mijn achtertuin”, Dan komen we er niet. Echt niet.
En er is nog een reden om flexibel te zijn. We willen onze jeugd hier houden. Dan hebben zij wel zicht nodig op een mooie toekomst. Als we hun ideeën, hun dromen kennen, worden onze plannen beter. Zodat zij hier blijven om te werken en wonen.
Zodat ze na hun studie in de stad, weer terug komen als professional, als ondernemer, als dorpsgenoot met vrienden en familie. En wij mee kunnen groeien met hun actieve leven, hún volgende generatie.
Wat ik hoop dat de ouderen van nu in elk geval doorgeven aan hun kinderen, is hun doorzettingsvermogen. De daadkracht van de oudere generatie is een voorbeeld. Die wordt al doorgegeven. Dat zie ik hier overal. Ik ben het afgelopen jaar echt overweldigd, hoeveel van onze inwoners zich vrijwillig inzetten voor een groter geheel.
Kijk naar de dorpshuizen en cultuurhuizen. Waar mensen er op gericht zijn om mensen te verbinden en welkom te heten, te praten, te delen in verdriet en plezier. Die ontmoetingsplekken moeten we koesteren.
Kijk naar de feesten. De evenementen. De sport. De muziek. De hulpacties. De voedselbank. Zelfs de brandweer. Allemaal vrijwilligers. De rode draad is: mensen die hun tijd, creativiteit en deskundigheid steken in elkaar. Duizenden. Dit is een rijkdom die we moeten vasthouden. En tegelijkertijd is deze kracht onze zwakte.
We weten het allemaal: het is steeds lastiger om voldoende vrijwilligers te vinden en vast te houden voor clubbestuur en allerlei taken door het jaar heen. Als dat niet meer lukt, droogt ons sterke gemeenschapsverhaal langzaam op. Dus laten we elkaar blijven motiveren.
Juist daarom is het belangrijk om iedereen die nieuw is, de onbekende gezichten die je de komende jaren gaat tegenkomen, uit te nodigen om óók mee te doen. Aandacht geven. Elkaars verbeeldingskracht ontdekken en daar mooie dingen mee doen. Daar gaat het om.
Dus als we straks verder praten in de foyer, stel elkaar de vraag: met welke gedachte speel jij? Wat hoop jij dit jaar te doen, ontdekken, of vieren?
Het antwoord kan je wel eens verrassend zijn. En dat is het begin van een mooi, nieuw gesprek. Laten we samen op pad gaan.
Ik heb er zin in. En ik hoop jullie ook.
Dank je wel.
Onthulling grafmonument Johanna Schatz-Kapp (21 november 2024)
Welkom, vertegenwoordiging van de Joodse Gemeenschap, collega-burgemeester Sietske Poepjes, initiatiefnemer Anton Heijmerikx, leerlingen en directeur van De Korenbloem, overige aanwezigen en, in het bijzonder, nabestaanden van Johanna Schatz-Kapp.
Volgend jaar vieren we 80 jaar vrijheid. Tachtig jaar geleden lijkt ver weg en zou de indruk kunnen wekken dat het boek gesloten is, en dat slechts het vieren van de herinnering aan de bevrijding ons rest. Maar niets is minder waar. U zult beamen dat het verleden en het heden onlosmakelijk met elkaar zijn verbonden; ook hier, vandaag op de Algemene Begraafplaats aan de Westdorplaan.
We staan bij het oorlogsgraf van een 32-jarige vrouw die, alleen omdat ze Joods was, tijdens de oorlog gevangen werd genomen en op transport werd gesteld naar Kamp Westerbork, de poort naar de hel. De vrachtwagen waarin zij met ruim dertig anderen werd vervoerd, werd bij Wijhe door geallieerde vliegtuigen onder vuur genomen en kwam tot stilstand. Door het tumult wist deze vrouw te ontsnappen. Ze was gewond en werd door moedige mede-Sallanders in veiligheid gebracht en verzorgd. Maar ze kon haar noodlot niet ontlopen en stierf op 29 maart 1945, ruim een maand voor de bevrijding, aan difterie.
Omdat ze Joods was, werd zij op deze begraafplaats onder een andere naam in stilte begraven. Het bekendmaken van haar identiteit en het begraven op onze Joodse begraafplaats zou velen in gevaar hebben gebracht. Ze was wegens haar Joodse afkomst uitgesloten en vervolgd en zou na de oorlog, zonder de opmerkzaamheid van enkele inwoners, zijn vergeten. Er bestond zelfs de kans dat haar graf, genummerd 1132, geruimd zou worden. In 2014 en 2015 hebben enkele betrokken inwoners, waaronder de hier aanwezige Anton Heijmerikx, samen met de Historische Vereniging Raalte en Omstreken het Stolpersteine-project gerealiseerd. Vanuit dit project is het initiatief ontstaan om het graf uit zijn anonimiteit te halen. In 2017, 72 jaar na de oorlog, werd het graf voorzien van een tijdelijk monumentje met daarop haar echte naam en verhaal. Maar het risico bleef bestaan dat in strijd met de Joodse traditie het graf zou worden geruimd. Anton Heijmerikx heeft toen het initiatief genomen om dit te voorkomen.
Er werd contact opgenomen met de familie, het rabbinaat en onze cultuurmakelaar, en daarmee begon het proces. Het resultaat is dat het graf door de Oorlogsgravenstichting is erkend als oorlogsgraf. Hiermee hebben we de verplichting om het graf te behouden en daarmee het verhaal van Johanna levend te houden.
Het verleden raakt het heden: 79 jaar na de bevrijding is het boek nog niet gesloten. We kunnen volgend jaar alleen maar vieren als we ook de lessen trekken uit dat donkere verleden. Dit is een opgave die helaas actueler is dan ooit. Antisemitisme is na de oorlog niet meer zo sterk onder ons geweest als nu. Het schrijnende verhaal van Johanna Kapp getuigt waartoe uitsluiting en haat leiden. Dankzij de inzet van enkele inwoners van Salland wordt Johanna’s naam niet vergeten, want een citaat uit de Talmoed luidt: “Een mens is pas dood als zijn naam niet meer wordt genoemd.” Laten we daarom haar naam met liefde en respect noemen, Johanna Schatz-Kapp en moge dit oorlogsgraf en dit plechtig moment een bron van inspiratie en zegen zijn om samen te blijven bouwen aan een mooiere en betere samenleving.
Herdenking treinbeschieting Mariënheem 2025
Van harte welkom bij deze bijzondere herdenking, op een plek die voor velen van ons een belangrijke betekenis heeft. Vandaag zijn we samengekomen om stil te staan bij een gebeurtenis die tachtig jaar geleden plaatsvond, maar waarvan de impact nog altijd voelbaar is.
Een speciaal welkom wil ik uitspreken aan mijn collega, de burgemeester van Roermond. Ook heet ik van harte welkom: de mensen die de treinbeschieting destijds zelf hebben meegemaakt, de nabestaanden van de slachtoffers, families uit de omgeving die destijds slachtoffers opvingen, kinderen en leerkrachten van het St. Antonius en alle andere aanwezigen die hier met ons bij stil willen staan. En tot slot een bijzonder woord van dank aan de organisatie die deze herdenking mogelijk heeft gemaakt. Fijn dat u er allen bij bent vandaag.
We herdenken vandaag de treinbeschieting bij Mariënheem op 25 februari 1945. Het was een winterdag, slechts enkele maanden voor de bevrijding van ons land, toen hier een locomotief met wagons passeerde. De trein, gevuld met 1500 mensen uit de omgeving van Roermond, was onderweg van Limburg naar Friesland. Het waren evacués die, vanwege de frontlinie waarin zij woonden, door de Duitsers op transport waren gezet naar het noorden van Nederland. De wagons waarin zij zaten, waren beestenwagens – waar de mest van de dieren nog in lag. Verre van geschikt om mensen te vervoeren.
Toen de trein in de buurt van de kerk en de school in Mariënheem reed, doemden er plotseling jachtbommenwerpers op van de geallieerden. Zij dachten dat de trein Duitse troepen vervoerde en openden het vuur. De trein werd gebombardeerd en doorzeefd met kogels. Wat volgde was chaos, paniek en immens verdriet.
Sommige evacués wisten te ontsnappen en vonden onderdak bij boerderijen in de omgeving. De hulp kwam snel op gang: inwoners van Mariënheem en Raalte schoten te hulp en vingen gewonden op. Het was een vreselijke vergissing, die uiteindelijk het leven kostte aan vier mensen en tachtig anderen verwondde. De gewonden werden later overgebracht naar ziekenhuizen in Raalte en Zwolle. Enkele dagen later reed de trein verder naar Friesland.
Voor de inwoners van Mariënheem kwam de oorlog die dag huiveringwekkend dichtbij. Deze gebeurtenis heeft diepe sporen nagelaten. Niet alleen bij de slachtoffers en hun families, maar ook bij de mensen die hulp verleenden, bij ooggetuigen en bij de gemeenschap als geheel. We kunnen ons nauwelijks voorstellen hoe het moet zijn geweest: de angst, het verlies, de rouw – en het onbegrip over hoe zoiets kon gebeuren.
Oorlog maakt slachtoffers. Niet alleen op het slagveld, maar ook onder gewone mensen die niets anders wilden dan een veilig thuis. Tegelijkertijd laat deze gebeurtenis ook zien hoeveel veerkracht en menselijkheid er in onze samenleving schuilt. Mensen stonden op voor elkaar, boden hulp waar ze konden en deelden wat ze hadden.
Het is inmiddels tachtig jaar geleden dat deze treinbeschieting plaatsvond, een heel mensenleven. Om ervoor te zorgen dat deze gebeurtenis niet in vergetelheid raakt, is vijf jaar geleden deze gedenkplek opgericht. Vandaag staan we hier samen om stil te staan bij wat er toen is gebeurd. Deze herdenking is niet alleen een eerbetoon aan de slachtoffers, maar ook een moment van bezinning. De geschiedenis leert ons lessen die nog altijd relevant zijn.
Op het gedenkteken staat de tekst: "Ein waek te laat." Een week nádat deze 1500 mensen uit Roermond werden geëvacueerd, werd het gebied bevrijd door de oprukkende geallieerden.
Tachtig jaar later leven wij gelukkig nog steeds in vrijheid. En toch mogen we niet vergeten dat vrijheid nooit vanzelfsprekend is. Ze is kwetsbaar. De beschieting hier in Mariënheem toont op indringende wijze hoe meedogenloos oorlog kan zijn. Wie het nieuws volgt, hoort nog elke dag verhalen van mensen over de hele wereld voor wie vrijheid geen realiteit is.
Juist daarom blijven we samen herdenken. We blijven de slachtoffers eren en proberen de lessen die deze tragische gebeurtenis ons leert, mee te nemen naar het heden en de toekomst. Help iemand die het moeilijk heeft. Kijk om naar elkaar. Zeker in een samenleving waarin we soms meer oog hebben voor wat ons verdeelt dan voor wat ons verbindt.
Ik vind het bijzonder dat we hier vandaag samen staan. Laten we niet alleen vandaag herdenken, maar ook de herinnering levend houden. Laten we de verhalen blijven doorvertellen, zodat ook de generaties na ons weten wat hier is gebeurd en wat we ervan kunnen leren.
Dank u wel voor uw aandacht.